Les 1: Zwart-wit toneelspel. (Spaans-schimmenspel) Tijdsduur: ± 45 minuten. Benodigdheden: Grote spot (60 W), doek van ± 2 meter hoog en ± 3 meter breed, verduisterbare ruimte. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
Les 2: Help een spook! (Coptografische figuren) Tijdsduur: ± 45 minuten. Benodigdheden: Schimmenkast, verduisterbare ruimte, twee lichtbronnen (± 40 W), Een zwart vel fotokarton zo groot als de opening van de schimmenkast met een uitsparing in het midden (iets kleiner dan A4), voor ieder kind één vel A4 zwart fotokarton, potloden en scharen. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
Les 3: Mijn vinger speelt. (Schimpoppen op vingers) Tijdsduur: ± 45 minuten. Benodigdheden: Voor ieder kind een vel zwart fotokarton (± 15 X 15 cm), potloden, scharen, plakband, prikpennen, schimmenkast, verduisterbare ruimte. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
Les 4: De trekschaduwpop. (Schimpoppen met hefboom-bewegingstechniek) Tijdsduur: ± 60 minuten. Benodigdheden: Voor ieder kind een vel A4 zwart fotokarton, gekleurd cellofaanpapier, potloden, scharen, stevig ijzerdraad, plakband, splitpennen, prikpennen, voldoende dun draad (nylongaren of wol), schimmenkast, verduisterbare ruimte. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
Les 5: Twee aan één beweging. (Schimpoppen met parallel- of kruiskoppeling) Tijdsduur: ± 90 minuten. Benodigdheden: Voor ieder kind een vel A4 zwart fotokarton, potloden, scharen, melkrietjes/satéstokjes/ijzerdraad, plakband, gedichten of verhalen, dun ijzerdraad (± 0,5 mm) prikpennen. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
Les 6: Schaduwen tekenen. (Portretsilhouetten en handschaduwbeelden) Tijdsduur: ± 45 minuten. Benodigdheden: Voor ieder kind een A2 wit vel papier, stukken zwart papier, potloden, zwarte verf, kwasten, per vier kinderen één spot, bladen met voorbeelden (te halen uit "Handshadows to be thrown upon the wall", deel 1 en 2 van H.Bursill of "Schimmenspel en het spelen met schaduwen" van H.Paërl). Zie bijlagen. Voorbereidingen en didactische aanwijzingen:
Beginsituatie en doelstelling:
Lesverloop:
Klik hier om terug naar het begin van de lessen voor de bovenbouw te gaan.
1. Diaserie over poppenspel. "De wereld van het poppenspel" Beeldstrook nummer K115, een uitgaven van de N.C.R.V. Hilversum. |
Deze diaserie geeft een beeld van het poppenspel in zijn verschillende vormen. Het schimmenspel krijgt hierin een duidelijke plaats. De diaserie kan gebruikt worden om de kinderen wat achtergronden te vertellen over poppenspel in het algemeen.
2. Een verhaal of gedicht uitspelen.
De kinderen kunnen zelf de poppen maken bij een verhaal of gedicht. Bij bestaande verhalen of gedichten kan de nadruk komen te liggen op de speltechnieken. Als er gewerkt wordt voor een optreden aan jongere kinderen, mogen de verhalen niet te lang of te moeilijk zijn. | |
De kinderen kunnen gezamenlijk met de hele groep een verhaal (dat dan dus wel langer mag zijn) uitwerken. Er moeten goede afspraken gemaakt worden tussen de verschillende groepen: Wie maakt welke scene en welke poppen?; Maken we de hoofdfiguur verschillende malen of voldoet één enkele pop? |
3. Silhouet knippen.
a. Omslaan.
Zie de suggestie in de middenbouw. Nu mogen de kinderen de teruggeslagen stukken nogmaals inknippen en weer terugslaan.
b. Reliëf knippen.
De kinderen werken in groepjes van drie of vier. Elk groepje krijgt een stuk zwart A4 fotokarton. Er wordt gebruik gemaakt van rechthoekige papiervormen om een toren te maken. Van de rechthoekige vormen worden de twee randen gevouwen, zodat deze in reliëf kan worden opgeplakt. De toren is van onder breder dan van boven (spits toelopend), dus de rechthoekige vormen worden in verschillende groottes gemaakt. De toren wordt daarna nog versierd met repen; zie punt 3c onder de suggesties voor de middenbouw.
c. Toverfiguren knippen.
De kinderen krijgen een stuk A5 zwart papier en een iets groter stuk wit papier. Het zwarte wordt dubbelgevouwen. Vervolgens wordt er bewust een figuur uitgeknipt, bijvoorbeeld een gezicht een huis of een vis met verschillende figuren aan de binnenzijde. Tijdens het knippen moet het werkstuk vaak worden opengevouwen. Als het klaar is wordt het op wit papier geplakt. | |
Deze opdracht kan ook uitgebreid worden door met verschillende van deze figuren, één groot figuur te maken (dit kan ook als groepsopdracht). Meerdere huizen kunnen bijvoorbeeld samengevoegd worden tot een stad. |
5. Tekenopdrachten met contrasten en schaduwen.
a. Schilderij beschouwing.
In zeer veel schilderijen speelt de schaduwwerking een belangrijke rol. De kinderen bepalen waar het licht vandaan komt, hoeveel lichtbronnen er zijn, welke licht er zijn, hoe de schaduw valt, wat het effect is van de schaduwval, enzovoort.
b. Oostindische inkt.
Met behulp van de kroontjespen of een fijne kwast kan er een tekening/schildering gemaakt worden waarin het contrast tussen licht en donker goed aan de orde kan komen. Ze kunnen bijvoorbeeld een spinneweb of een andere (kleine) fijne tekening maken.
c. Eigen schaduw.
Een witte strook papier wordt in een bepaald figuur gewerkt (een soort knoop). Dit figuur wordt op een wit vel papier, op een afstand van ± 40 cm van een groepje kinderen geplaatst, ze zitten er om heen. De lampen in het lokaal moeten worden uitgedaan. De kinderen kijken eerst goed naar de vorm en tekenen deze op een A4 vel wit papier. Dan tekenen de kinderen de donkere en lichte kant van het papier (arceren).
6. Muziek.
a. Muziek bij een tekst.
Als de kinderen in groepjes een verhaaltje opvoeren kunnen een paar geluiden aan het verhaal worden toegevoegd. Alles moet van te voren gepland en ingestudeerd zijn. Als er veel muziek wordt gebruikt moet deze gelezen worden. Hiervoor kunnen de kinderen gebruik maken van grafische notatie. De instrumenten worden hierbij met het bijbehorende geluid getekend in combinatie met de tekst, zodat de kinderen weten wanneer ze moeten spelen met welk instrument en hoe. De muziek moet bij de tekst passen en deze aanvullen. Zie voor meer informatie de bijlage, waarin een korte leergang grafische notatie verwerkt is.
b. Muziek zonder tekst.
Een tweede mogelijkheid om muziek bij het schimmenspel te gebruiken, is om de muziek (die een bepaalde sfeer heeft) als uitgangspunt voor het spel te nemen. De kinderen kunnen experimenteren met het op elkaar afstemmen van de muziek en het spel. Het spel heeft in deze vorm de functie een bepaalde sfeer op te roepen met schaduwbeelden. De fantasie van de kinderen kan bijzonder geprikkeld worden.
7. Middenbouw.
Veel suggesties uit de middenbouw zijn ook in de bovenbouw te gebruiken.